Details:
1 item(s) gevondenMachinefabriek Gebr. Stork & Co 25 jaar dienstverband J.H. Gruyters
ALLEN VOOR ELKAAR
MACHINEFABRIEK GEBR. STORK EN CO.inscriptie: 1896 - 1921 J.H. GRUYTERS 21 DECEMBER
Rij van vijf naakte mannen met grote hamers naar links
Parelrand waarbinnen gegraveerde tekst
(Precieze jaartal onduidelijk). Stork werd in 1865 te Borne opgericht als de machinefabriek Gebr. Stork & Co. In 1868 verplaatste grondlegger Charles Theodorus Stork (1822-1895) het bedrijf naar Hengelo. Hij werkte daar samen met zijn broer Jurriaan Engelbert Stork (1828-1893) en zijn zwager Hendrik Jan Ekker (1830-1896). De voorloper van dit bedrijf was de in 1859 opgerichte ijzergieterij annex machinereparatiewerkplaats Stork, Meyling & Co. in Borne. Daar werkte de plaatselijke smid/werktuigbouwkundige Jan Meyling samen met Coenraad Craan Stork, een jongere broer van Charles. Coenraad overleed echter in 1863. Charles Stork was al jaren daarvoor, in 1835 (op dertienjarige leeftijd), zijn carrière begonnen als industrieel met de Weefgoederenfabrique C.T. Stork & Co. in Oldenzaal. In 1893 namen de zonen Dirk Willem (1855-1928), Hendrik Casper (1857-1934) en Coenraad Frederik Stork (1865-1934) de leiding van de machinefabriek over.Het bedrijf stond bekend als sociaal en innovatief. Men begon met reparatiewerkzaamheden, maar bouwde ook wel nieuwe machines voor de textielindustrie; stoommachines die spin- en weefmachines aandreven. De Twentse textielindustrie was echter minder innovatief en Stork moest naar nieuwe markten uitzien. Men fabriceerde scheepsstoomketels en stoommachines voor gemalen. Op de Wereldtentoonstelling van 1878 in Parijs werd Stork's horizontale compound-stoommachine bekroond en kwam een internationale orderstroom op gang. De sterk opkomende rietsuikerindustrie op Java bood een veelbelovende nieuwe markt, waarop Stork vanaf 1883 actief werd. In 1910 vond de eerste levering van machinerieën aan Cuba plaats, hét rietsuikerland bij uitstek. Vanaf 1898 werden in een aparte vennootschap hijswerktuigen gefabriceerd. Verder was Stork vanaf eind 19e eeuw als leverancier én als mede-financier nauw betrokken bij de opkomst van elektriciteitsproducenten, zoals bij het Twentsch Centraal Station (1901), de Mij. tot verkoop van Electrische Stroom der Staatsmijnen (1908) en de Kennemer Electriciteitsmaatschappij. Vanaf 1880 bouwde Stork een net van dealers op in heel Nederland die als installeurs en als regionale vertegenwoordigers van vooral de stoominstallaties dienden. Voorbeelden zijn de fa. Duintjer te Wildervank, W. Hubert & Co. te Sneek, P.M. Duyvis & Co. te Zaandam en M. Peskens te Helmond. Verder waren de firmanten - soms afzonderlijk, soms met meerderen - financieel betrokken bij diverse Nederlandse machine- en scheepsbouw-bedrijven en technische handels- en installatiebedrijven. Vooral de belangen in Th. Figee & Co. (1889 werf Conrad) en het in 1827 opgerichte Werkspoor zijn vermeldenswaardig. Dirk en Coen Stork waren in 1918 betrokken bij de oprichting van Koninklijke Nederlandse Hoogovens en Staalfabrieken (het huidige Tata Steel Europe). In 1881 richtte het bedrijf het eerste bedrijfspensioenfonds van Nederland op. Zie verder NEPKDOC-151.
Nijverheid
Machinebouw
1921-12-21
1921
1921
Europa
Nederland
Hengelo
Overijssel
Krop, Hildo 1884-1970 (in de stijl van) Giesen, Jan 1900 - 1983 ?
25,5 mm
8.7102 gram